Roadtrip van Gambia naar Senegal
Dit was mijn roadtrip met de meiden naar Dakar, Senegal. Het echte rauwe Afrika gecombineerd met de toeristische highlights. Slapen in de woestijn, bedwantsen en autopech.
De grens tussen Gambia en Senegal is alleen open voor personen, dat bekend dat er bijvoorbeeld geen auto’s over de grens mogen passeren. Het tripje dat Lamin (van Brikama college) altijd organiseert gaat dus anders dan de voorgaande jaren.
Dag 1
De eerste ochtend gaan we op tijd weg richting Banjul om de rivier over te steken. De chauffeur die ons in de introductieweek heeft rondgereden brengt ons daarheen. Aan de overkant van de rivier, in Barra moeten we het zelf doen (met hulp van Lamin dan). Vanuit Barra vertrekken we met een lokale bus naar de grens. Wanneer we uitstappen lopen we naar het politiekantoor voor een stempel in ons paspoort. Midden in het politiekantoor is een soort kooi gemaakt. Er zitten een stuk of vijf jongeren in gevangen. Ze zitten op de grond achter het hek en het is net alsof we naar aapjes in de dierentuin kijken. Allemaal vragen we ons af wat ze in vredesnaam gedaan hebben en hoelang ze hier moeten blijven. Links achter de kooi zit een kantoortje waar we naar binnen moeten, één van de agenten herkent me van een gesprek op de markt in Barra vorige week. Ik had bij hem zitten praten toen de auto stuk ging. Wanneer onze koffers gecontroleerd worden vraag ik hem waarvoor de jongens gevangen zitten. Hij vertelt dat ze illegaal de grens over wilden steken en dat ze nu moeten wachten tot hun ouders ze komen ophalen.
Wanneer we genoeg geld gewisseld hebben en allemaal een nieuwe stempel in ons paspoort hebben moeten we naar de volgende bestemming. Lamin vertelt ons dat we dat niet direct bij de grens een busje kunnen regelen en we een paar kilometer verderop moeten zijn. Er komt een paardenwagen aangereden en Lamin zegt dat we daarmee naar de taxiplaats moeten rijden. Iedereen gaat volop in protest, wij willen echt niet op de wagen klimmen! Dat arme paard kan toch geen acht mensen + bagage gaan trekken?! We gaan wel lopen!, Lamin kijkt ons aan en begrijpt er niks van. Hij heeft toch vervoer geregeld, wat is het probleem? Lopen is veel te ver, dat kan echt niet.. Na een discussie tussen Lamin en ons besluiten we dat het geen zin heeft en dan toch maar op de paardenwagen te klimmen. Iedereen zit met een zuur gezicht, veel schuldgevoel en tegenzin op de paardenwagen te hopen dat het snel voorbij is. Gelukkig was de rit niet heel erg lang.
Wanneer we aankomen bij de taxiplaats is het een gekkenhuis, verschillende mannen komen op ons afgerend om een taxi aan te bieden. Vrouwen komen met dienbladen op hun hoofd cakejes, pinda’s of andere dingen verkopen. Er staan wel 15 kinderen om me heen te bedelen. Iedereen schreeuwt ook nog eens in het Frans, dus ik versta er bijna niks van. Even denk ik dat ik gek word, maar gelukkig heeft Lamin iemand gevonden met een busje die ons naar Dakar wil rijden. We lopen naar een rustiger stukje om te onderhandelen over de prijs.
Het landschap waar we doorheen rijden is vergelijkbaar met het binnenland van Gambia. Het is nog half dor, omdat het niet regent. Verschillende bijzondere bomen staan door elkaar in het landschap. Niet keurig op een rijtje, zoals in Nederland. De dorpjes waar we langs rijden zijn erg armoedig, er staan kleine ronde of vierkantte huisjes met rieten, (of als ze geluk hebben) golfplaten daken. Er is geen waterpomp, maar een put waar de inwoners water uit kunnen halen. Elektriciteit is er al helemaal niet te zoeken. Ik zie verschillende wilde koeien en paarden over de weg en door de natuur lopen. Er is een geasfalteerde hoofdweg, maar omdat die voor de helft is afgesloten rijden we een groot gedeelte van de reis over hobbelige zandwegen.
Wanneer we de snelweg van Dakar oprijden kijk ik mijn ogen uit, het is zo indrukwekkend. Een echte snelweg, met een invoegstrook en vangrails! De poorten van de tolweg doen denken alsof je Frankrijk binnen rijdt. Auto’s schieten ons voorbij met snelheden van over de 100km per uur. Aan de kant van de weg staan gebouwen met meerdere verdiepingen. Het is inmiddels al avond en donker. In de verte zien we straatverlichting, we gaan nu echt de ‘grote stad’ in. Dakar is volgebouwd met grote gebouwen. En dat is erg intimiderend wanneer je drie maanden geen flats hebt gezien. Tussen de autobanen verkopen Senegalezen schoenen op de stoep. Alle schoenen zijn netjes uitgestald, het lijkt wel op de rommelmarkt tijdens Koninginnedag. Tussen de grote gebouwen door zie je kleine Afrikaanse winkeltjes, het straatbeeld is zo tegenstrijdig. Het verkeer is vreselijk chaotisch, we rijden over vreemde kruispunten en rotondes waar ik de verkeersregels niet van begrijp. Op de rotonde maken mensen zomaar drie rijen auto’s en voorrangsregels kennen ze hier geloof ik niet.
Dag 2
Het blijkt dat Maura bedbugs heeft opgelopen de eerste nacht in het appartement. Ze zit helemaal onder de beten en heeft het laatste gedeelte van de nacht in de woonkamer op de bank geslapen. Wat een pech en we moeten hier nog twee nachten slapen! Gelukkig heeft verder niemand last van de bedwantsen gehad. Esther en ik bieden Maura aan om bij ons in bed te liggen de komende nacht, maar ze kiest er uiteindelijk voor om op de bank te gaan slapen.
Vandaag staat een tripje naar het eiland Goree gepland. ’s Ochtens spreken we af bij de patisserie op de hoek van de straat. We ontbijten met een chocolade croissantje en een koffiebroodje.
Voordat we de boot op mogen worden onze tassen uitgebreid gecontroleerd.
Vol verbazing kijken we vanaf de boot naar het eiland. Wauw! Dit is niet iets wat je verwacht van een Afrikaans slaveneiland. Ik krijg het gevoel alsof ik aan kom varen langs de Spaans- Portugese kust. Kleine bootjes dobberen voor de rood en geel gekleurde huisjes met turquoise klapraampjes. We lopen pittoreske straatjes door met balkonnetjes die je voor een Romeo & Julia scene zou kunnen gebruiken. We lopen langs kunst; schilderen gemaakt met Afrikaanse stofjes of kunstwerkjes van ‘afval’ (een oude gebruikte telefoon en blikjes cola). Op de top van het eiland hebben we een prachtig uitzicht over het eiland en de skyline van Dakar. Heel even voelt het alsof we op vakantie zijn!
Dag 3
Keurig hebben we in de reisboekjes gezocht naar leuke bezienswaardigheden rond om Dakar. Daarom vertrekken we vol enthousiasme naar het roze meer (Lac Rosé). Want tja, als je met een groepje meiden onderweg bent en je hebt al een roze moskee (a lá Efteling) gezien dan wil je natuurlijk ook wel als een echte prinses een duikje nemen in een fel roze Afrikaans meer.
Het is iets langer dan een uurtje rijden wanneer we aankomen bij Lac rosé, volgens google maps dan. Want volgens de gidsen is het nog een eindje verder rijden met de jeep. Om het grote meer waar we langs lopen/rijden liggen allemaal hopen zout. Dit is een meer waar de zout uit gewonnen wordt. Een gek gezicht, als je er over na denkt dat je dit later over je patatje kunt strooien.
Om bij het echte roze meer te komen moeten we nog een stukje verder rijden, in een open jeep rijden we langs kleine Senegalese dorpjes. De chauffeur laat eerst de autobanden leeglopen, om de woestijnachtige-zandheuvels over te komen. We crossen nog een stuk het strand over en met de frisse zeewind nog in onze haren komen we aan bij het roze meer. Naja, niet echt.. want het meer is erg klein en ver weg. Er naar toe lopen mogen we niet omdat we dan door de grond kunnen zakken. En roze? Nee helaas, het meer is gewoon donker blauw met een bruine gloed. (Het schijnt dat het meer alleen roze is bij een bepaald licht inval). Erg teleurgesteld zijn we niet, want er staan nog genoeg andere leuke dingen op het programma.
Het monument in Dakar is ontworpen door een Aziatische kunstenaar en dat kun je ook zien. Het monument doet namelijk enigszins schande aan de Afrikaanse cultuur. Een blote Afrikaanse man (met een doek om z’n edele delen te verbergen) houdt krachtig een kindje vast op zijn schouder. Naast hem staat een vrije schaars geklede dame, met een ontblote borst. Totaal niet het beeld dat je in Afrika zou aantreffen. Het monument het zo’n $2 miljoen gekost. Dubbele schande, eigenlijk. Konden ze voor dat geld geen ziekenhuis bouwen? Ondanks deze tegenstrijdige gedachten, is het monument ontzettend indrukwekkend. En als je alle 163 treden heb beklommen krijg je een geweldig uitzicht over Dakar.
Aan het einde van de dag besluiten we een rondje door Dakar te lopen, we steken een kaarsje aan bij de kathedraal, eten een heerlijk gebakje én ijsje bij een Franse patersserie, lopen langs alle militairen rondom het huis van de president, shoppen bij de westerse én Afrikaanse winkeltjes en sluiten de dag af met een heerlijk (luxe en westers) dinertje en flesje wijn bij Café La Roma.
Dag 4
Misschien wel de mooiste en leukste dag van de hele trip, de overnachting in de Woestijn. Nou ja, woestijn kun je het eigenlijk niet echt noemen. Want een paar kilometer verderop ligt gewoon de kustlijn van de zee en onderweg komen we verschillende bossen en bomen tegen. Maar de plek waar we slapen ligt toch wel echt midden in grote lichtbruine zandheuvels. Ons huisje voor vandaag is een grote witte tent, inclusief toilet en douche. We vermaken ons door te sandboarden van de grote zandheuvels en verkennen ‘de buurt’ op de rug van een dromedaris. ’S Avonds eten we een heerlijke maaltijd en daarna dansen we onder de sterren bij het kampvuur op de beat van de Djembés. – Lompoul Desert Lodge
Dag 5
De laatste dag van de reis is alweer aangebroken, iedereen vind het jammer dat we onze tent in de woestijn weer moeten verlaten. Op de terugweg naar huis rijden we langs de grootste moskee in (ik denk) Afrika, in het plaatsje Touba. Natuurlijk wordt er van ons verwacht dat we ons aanpassen en daarom gaan we in lange (leen) jurken/rokken en met hoofddoekjes op richting de moskee. Over de hete marmeren tegels lopen we met onze blote voeten het terrein van de moskee over. De moskee staat helemaal in de steigers. Alle minaretten zijn kaal. Sommige stukken zijn nog mooi wit met blauw betegeld met gekleurde ramen. Maar veel van de decoratie is afgebroken, omdat de moskee gerenoveerd wordt. Dit betekent: kale betonnen plafonds met hier en daar een enorme kroonluchter. Echt binnenin de moskee mogen we niet komen, de man legt uit dat het ooit wel toegankelijk was voor toeristen. Doordat een man en vrouw elkaar tijdens een rondleiding gekust hebben in de Moskee, mogen toeristen niet meer binnen komen.
Voor de terugreis hebben we een busje geregeld die ons tot de grens brengt. Misschien had het zo langzamerhand wel duidelijk moeten zijn dat auto’s in Afrika absoluut niet betrouwbaar zijn. Maar naïef zoals we zijn, gingen we er vanuit dat we ’s avonds wel heerlijk in ons eigen bedje zouden slapen. Dat is dus niet gebeurd, het busje moest elk half uur stoppen om water bij te vullen en later werd dat elk kwartier. Toen we ons zorgen maakten of we de ferry nog zouden halen, zijn we overgestapt naar een auto die ons naar Barra gereden heeft. Om 9 uur kwamen we daar aan en de laatste ferry was allang vertrokken natuurlijk.
In Barra hebben we geprobeerd of we met een klein bootje konden overvaren, maar dat is niet gelukt omdat het te gevaarlijk was. Een paar uur later vinden we een guesthouse waar we de nacht kunnen doorbrengen.
Dag 6
Omdat ons tripje zo leuk was dat we hem een dag verlengt hadden (uguhm) vertrekken we een dag later vanuit Barra met de ferry naar Banjul. We zijn wat aan de late kant om in te stappen (het ontbijt halen ging niet zo snel) en daarom staan we opgepropt tussen een grote menigte mensen op de ferry. Vrouwen gaan om ons heen zitten om fruit in te pakken om te verkopen. Koeien staan voor ons op een vrachtwagen, zich af te vragen waar ze kunnen grazen. Kinderen huilen en mannen klimmen bovenop koffers en dozen om een zitplekje te creëren. Hier voel je echt hoe Afrika is, ons tijdelijke thuis.
Wil je nog meer lezen over Afrika? Lees ook mijn blog: Wonen in Gambia .
Reacties
Gina (23 mei 2016)
Pufffff wat een verhalen allemaal Sabine….echt onvoorstelbaar wat je daar allemaal meemaakt en beleefd.
Voor jou is straks thuiskomen in Nederland wel als thuiskomen in Luxe en Welvaart.
Zal best moeilijk zijn denk ik omdat af te sluiten….maar je hebt een herinnering voor je leven. Groetjes Gina.
Gita (24 mei 2016)
Hai Sabine, wat schrijf je toch een leuke reisverhalen! Tja, ook al zitten we op dezelfde aardbol, jij lijkt in een andere wereld te zijn. Te gekke avonturen en een heel bijzondere reis welke je niet snel zal vergeten. Geniet er nog even van!