Heerlijk is juni. Van die dagen dat je met de zon op je rug in de tuin bezig kunt zijn. Gevolgd door avonden uitgebreid je zwarte nagels weer wit proberen te krijgen. Daarna naar bed met zere vingers van het wieden en blaren op je hielen. Toch kan het me eigenlijk helemaal niks schelen, die groene knieën en inmiddels kortgeknipte nagels. Grappig, hoe ‘beauty’ in juni in een andere context geplaatst kan worden. Dat het begrip verschuift van mooi willen zijn van buiten, naar het mooi willen maken buiten.

Ongeveer ander halve maand geleden schreef ik over hoe je radijsjes kunt zaaien, een paar keer is het megakoud geweest waardoor ik even vreesde dat ze het wellicht niet zouden overleven. Maar niks aan de hand blijkt, want op het moment heb ik radijsjes in overvloed.  Maar wat doe je dan met al die radijsjes? Lekker op een broodje bij de lunch natuurlijk, of door een salade. Ik heb er ook al een dipsaus van gemaakt (met iets te veel knoflook, oeps) en een aantal aan onze moeders gegeven, maar ik kom er maar niet van af haha. Wil je nog een paar hebben?